Vito Todeschini
Summary – The Obligation to Investigate in Peace Operations: The Role of Cooperation in Ensuring Effectiveness
Reports concerning crimes and abuses committed by peace operations personnel deployed in situations of humanitarian crisis often hit the news. In these instances, troop-contributing States (TCSs) retain both a prerogative and a duty to undertake criminal investigations as prescribed by international law. To investigate effectively, however, a TCS will need to interact with the other actors involved in a peace operation: the host State, the leading international organization, and other TCSs. When a local is killed, for example, the investigating TCS must seek the authorization of the host State in order to perform an autopsy on the victim’s body, to avoid infringing the latter’s sovereignty. In this sense, partial or total non-cooperation on the part of the host State may hamper a TCS’s ability to conduct an effective investigation.
The present article examines the obligation to investigate in the context of peace operations, particularly as deriving from human rights law and international humanitarian law (IHL). It further explores how the specific agreements applicable in UN and NATO operations address investigative cooperation, aiming to map relevant normative gaps. The article finally proposes an interpretation de lege ferenda of existing obligations under human rights law and IHL, according to which the duty to investigate would require TCSs (a) to regulate investigative cooperation with the other actors involved in a peace operation and (b) to ensure that such actors conduct investigations in line with the required standards of effectiveness.
Résumé – L’obligation d’enquête dans les opérations de paix : le rôle de la coopération pour assurer l’efficacité de l’enquête
Il n’est pas rare de voir les médias rapporter des crimes et abus commis par des membres du personnel d’opérations de paix déployés dans des situations de crises humanitaires. En pareils cas, les pays contributeurs de troupes (PCT) ont le droit – mais aussi le devoir – d’ouvrir une enquête criminelle, comme le prescrit le droit international. Pour que cette enquête soit efficace, le PCT devra toutefois interagir avec les autres acteurs impliqués dans l’opération de paix : l’État hôte, l’organisation internationale dirigeante et les autres PCT. Lorsqu’un habitant est tué, par exemple, le PCT qui mène l’enquête doit obtenir l’autorisation de l’État hôte pour pratiquer une autopsie sur le corps de la victime, afin de ne pas porter atteinte à la souveraineté de cet État. Une absence totale ou partielle de coopération de la part de l’État hôte peut donc entraver la capacité du PCT à mener une enquête efficace.
Le présent article examine l’obligation d’enquête dans le contexte des opérations de paix, en particulier tel que découlant du droit des droits de l’homme et du droit international humanitaire (DIH). Il explore également la manière dont les accords spécifiques applicables aux opérations de l’ONU et de l’OTAN traitent la coopération en matière d’enquête, afin de recenser les lacunes normatives pertinentes. L’article propose enfin une interprétation de lege ferenda des obligations existantes en vertu du droit des droits de l’homme et du DIH, selon laquelle l’obligation d’enquête exigerait des PCT (a) qu’ils réglementent la coopération d’enquête avec les autres acteurs impliqués dans une opération de paix, et (b) qu’ils s’assurent que ces acteurs mènent leurs enquêtes conformément aux normes d’efficacité requises.
Samenvatting – De verplichting om onderzoek in te stellen naar vredesoperaties: De rol van samenwerking bij het waarborgen van doeltreffendheid
Berichten over misdaden en misbruiken begaan door personeel van vredesoperaties dat in humanitaire crisissituaties wordt ingezet, komen vaak in het nieuws. In deze gevallen behouden de troepenleverende staten zowel het voorrecht als de plicht om strafrechtelijke onderzoeken uit te voeren, zoals voorgeschreven door het internationaal recht. Om een doeltreffend onderzoek te kunnen instellen, zal een troepenleverende staat echter contacten moeten onderhouden met de andere actoren die betrokken zijn bij een vredesoperatie: het gastland, de leidende internationale organisatie en andere troepenleverende staten. Wanneer bijvoorbeeld een plaatselijke bewoner wordt gedood, moet de troepenleverende staat die het onderzoek instelt, de toestemming van het gastland vragen om een autopsie uit te voeren op het lichaam van het slachtoffer, om te voorkomen dat de soevereiniteit van het gastland wordt geschonden. In dit opzicht kan gedeeltelijke of volledige weigering tot medewerking van het gastland een troepenleverende staat belemmeren om een doeltreffend onderzoek te kunnen uitvoeren.
In dit artikel wordt de verplichting om een onderzoek in te stellen in het kader van vredesoperaties onderzocht, in het bijzonder zoals die voortvloeit uit het recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht (IHR). Voorts wordt onderzocht hoe de specifieke overeenkomsten die van toepassing zijn op VN- en NAVO-operaties de samenwerking op het gebied van onderzoek behandelen, met als doel relevante normatieve leemten in kaart te brengen. Ten slotte wordt in het artikel een interpretatie de lege ferenda van de bestaande verplichtingen volgens het recht inzake de mensenrechten en het IHR voorgesteld, volgens welke de onderzoeksplicht vereist dat de troepenleverende staat (a) de samenwerking op het gebied van onderzoek met de andere bij een vredesoperatie betrokken actoren regelt en (b) ervoor zorgt dat deze actoren onderzoeken uitvoeren overeenkomstig de vereiste normen inzake doeltreffendheid.
Resumen – La obligación de investigar en las operaciones de paz: el papel de la cooperación para garantizar la eficacia
Los informes sobre crímenes y abusos cometidos por el personal de mantenimiento de la paz desplegado en situaciones de crisis humanitaria suelen ser noticia. En estos casos, los países que aportan contingentes conservan la prerrogativa y el deber de iniciar una investigación penal de conformidad con el derecho internacional. Sin embargo, para que esta investigación sea eficaz, los países que aportan contingentes tendrán que interactuar con los demás actores que participan en la operación de paz: el Estado anfitrión, la organización internacional líder y otros Estados que aportan contingentes. Por ejemplo, cuando se mata a un residente, el país proveedor de tropas que lleva a cabo la investigación debe solicitar la autorización del Estado anfitrión para realizar una autopsia del cuerpo de la víctima, a fin de no infringir la soberanía de ese Estado. Por consiguiente, la falta de cooperación parcial o total del Estado anfitrión puede impedir que un país que aporta contingentes efectúe una investigación eficaz.
El presente artículo examina la obligación de investigar en el contexto de las operaciones de paz, en particular en el marco de las normas de derechos humanos y el derecho internacional humanitario (DIH). También examina cómo los acuerdos específicos aplicables en las operaciones de la ONU y la OTAN abordan la cooperación en materia de investigación, con el fin de identificar las lagunas normativas pertinentes. Por último, el artículo propone una interpretación de lege ferenda de las obligaciones existentes en virtud de las normas de derechos humanos y del derecho internacional humanitario, según la cual la obligación de investigar exigiría que los países que aportan contingentes : a) organicen la cooperación en materia de investigación con los otros actores que participan en una operación de paz; y b) garanticen que esos actores realicen sus investigaciones de acuerdo con las normas de eficacia requeridas.
Riassunto – L'obbligo di indagare nelle operazioni di pace: Il ruolo della Cooperazione nell’assicurarne l’efficacia
I rapporti riguardanti crimini e abusi commessi da personale delle operazioni di pace schierato in situazioni di crisi umanitarie spesso finiscono nei notiziari. In questi casi, gli Stati che contribuiscono con le truppe (TCSs) mantengono sia la prerogativa sia il dovere di intraprendere indagini penali come prescritto dal diritto internazionale. Per indagare efficacemente, però, un TCS dovrà interagire con gli altri attori coinvolti nelle operazioni di pace: lo Stato ospitante, la principale Organizzazione Internazionale e gli altri TCSs. Quando un cittadino locale viene ucciso, ad esempio, il TCS inquirente deve ottenere l’autorizzazione dello Stato ospitante al fine di procedere all’autopsia sul corpo della vittima, per evitare di violare la sovranità dello Stato ospitante. In questo senso, una collaborazione parziale o assente da parte dello Stato ospitante, potrebbe ostacolare la capacità di un TCS di condurre un’indagine efficace.
Il presente articolo esamina il dovere di indagare nel contesto delle operazioni di pace, ed in particolare da come esso derivi dalla legge sui diritti umani e dal diritto internazionale umanitario (IHL). L’articolo analizza ulteriormente come gli accordi specifici applicabili alle operazioni delle Nazioni Unite e della NATO diano un orientamento alla collaborazione investigativa, con lo scopo di mappare le rilevanti lacune normative. Infine l’articolo propone un'interpretazione de lege ferenda degli obblighi esistenti ai sensi della legge sui diritti umani e dell'IHL, secondo cui il dovere di indagare richiederebbe ai TCS (a) di regolare la cooperazione investigativa con gli altri attori coinvolti in un'operazione di pace e (b) di assicurare che tali soggetti conducano indagini in linea con gli standard di efficacia richiesti.
Zusammenfassung – Die Verpflichtung zur Anstellung von Ermittlungen in Friedenseinsätzen: Die Rolle der Kooperation zur Gewährleistung der Zweckmäßigkeit
Nachrichten über Verbrechen und Missstände, die von in humanitären Krisensituationen eingesetzten Friedenssicherungskräften verübt bzw. verursacht werden, machen oft Schlagzeilen. In diesen Fällen behalten truppenstellende Staaten sowohl das Prärogativ als die Pflicht, strafrechtliche Ermittlungen anzustellen, wie festgeschrieben im internationalen Recht. Als Voraussetzung für die zweckmäßige Durchführung der Ermittlungen gilt allerdings die Interaktion des truppenstellenden Staates mit den anderen Akteuren, die sich an einem Friedenseinsatz beteiligen: der Aufnahmestaat, die führende internationale Organisation und andere truppenstellende Staaten. Wenn zum Beispiel ein Einheimischer getötet wird, muss der ermittelnde truppenstellende Staat die Genehmigung des Aufnahmestaates einholen, um eine Autopsie an der Leiche des Opfers durchzuführen, damit eine Verletzung der Souveränität dieses Staates vermieden wird. In dieser Hinsicht kann die völlige oder teilweise Nichtkooperation seitens des Aufnahmestaates die Fähigkeit eines truppenstellenden Staates zur Durchführung zweckmäßiger Ermittlungen beeinträchtigen.
Dieser Artikel prüft die Verpflichtung, Ermittlungen im Rahmen von Friedenseinsätzen anzustellen, insbesondere wie sich diese aus Menschenrechtsnormen und dem humanitären Völkerrecht ergibt. Darüber hinaus analysiert dieser Beitrag, wie sich die spezifischen, im Rahmen von UN- und NATO-Einsätzen anwendbaren Abkommen mit der Kooperation bei Ermittlungshandlungen befassen. Ziel dabei ist es, relevante normative Lücken aufzuspüren. Schließlich schlägt der Artikel eine Interpretation de lege ferenda der in Menschenrechtsnormen und im humanitären Völkerrecht bestehenden Verpflichtungen vor, denen zufolge die Pflicht zur Durchführung von Ermittlungen von truppenstellenden Staaten fordern würde, (a) die Kooperation bei Ermittlungshandlungen mit den anderen an einem Friedenseinsatz beteiligten Akteuren festzulegen und (b) zu gewährleisten, dass solche Akteure Ermittlungen entsprechend den erforderlichen Zweckmäßigkeitsmaßstäben anstellen.
|